Kernbegrippen die elke investeerder in Private Equity moet kennen

Private equity is een krachtige manier om kapitaal te laten groeien, maar het is ook een wereld met een eigen taal. Voor wie er voor het eerst mee in aanraking komt, kunnen de termen soms technisch en afstandelijk klinken. Toch vormen ze de sleutel om fondsen te begrijpen, prestaties te beoordelen en investeringsbeslissingen te onderbouwen. In dit artikel lichten we vijftien kernbegrippen toe die u als investeerder moet kennen om met vertrouwen in private equity te stappen.

 

De spelers en hun rollen

In elk private equity fonds spelen twee hoofdrollen. Aan de ene kant staan de Limited Partners (LP’s): dit zijn de investeerders die kapitaal inbrengen, zoals pensioenfondsen, verzekeraars of vermogende families. Zij zijn de eigenlijke financiers, maar bemoeien zich niet met het dagelijkse beheer. Dat is het domein van de General Partner (GP): de fondsbeheerder die investeringsbeslissingen neemt, bedrijven selecteert en de portefeuille aanstuurt. Het succes van een fonds hangt dus sterk samen met de kwaliteit en ervaring van de GP.

Wanneer een LP kapitaal toezegt aan een fonds spreken we van een commitment. Dat bedrag wordt zelden in één keer gestort. De GP doet een capital call telkens wanneer er middelen nodig zijn, bijvoorbeeld voor een nieuwe investering. Zodra dat geld daadwerkelijk wordt overgemaakt en geïnvesteerd, spreken we van een drawdown. Voor investeerders is het belangrijk om liquiditeit zo te plannen dat aan deze oproepen altijd kan worden voldaan.

 

Meten van rendement

Private equity verschilt van beursbeleggingen: rendement komt niet dagelijks op een scherm tevoorschijn, maar wordt gemeten via specifieke kengetallen.

De bekendste is de Internal Rate of Return (IRR). Dit cijfer toont het jaarlijkse rendement van een investering, waarbij de timing van kasstromen cruciaal is. Een fonds dat snel uitkeringen doet, laat een hogere IRR zien dan een fonds dat pas later dezelfde winst behaalt. Naast IRR wordt vaak gekeken naar de Multiple on Invested Capital (MOIC): een eenvoudige verhouding die aangeeft hoeveel keer het ingelegde kapitaal in totaal is terugverdiend. Waar IRR de factor tijd benadrukt, geeft MOIC puur weer wat de absolute vermenigvuldiging van het geld is.

Daarmee nauw verbonden zijn drie begrippen die de liquiditeit en waarde van een fonds inzichtelijk maken. Distributed to Paid-In (DPI) toont hoeveel kapitaal er al in cash is teruggestroomd naar de LP’s. Residual Value to Paid-In (RVPI) laat zien hoeveel waarde nog in de portefeuille zit, dus hoeveel er nog op papier aanwezig is. Samen vormen ze Total Value to Paid-In (TVPI), dat een totaalbeeld geeft van zowel gerealiseerde als niet-gerealiseerde waarde. Voor investeerders is dit de meest complete maatstaf van hoe een fonds er werkelijk voorstaat.

 

Belangen en prikkels

Een cruciaal onderdeel van private equity is hoe winsten worden verdeeld. Vaak geldt een preferred return of hurdle rate: een minimumrendement dat LP’s eerst moeten ontvangen. Pas daarna komt de GP in aanmerking voor een deel van de winst, de zogenaamde carried interest.

Om te zorgen dat de GP alsnog zijn volle aandeel krijgt, bestaat er vaak een catch-up-regeling. Zodra de hurdle is bereikt, vloeit een deel van de volgende winst tijdelijk volledig naar de GP totdat het afgesproken percentage is ingehaald. Daarna wordt de winstverdeling hervat in de normale verhouding. Daarnaast betalen investeerders jaarlijks een management fee die dient om de operationele kosten van het fonds te dekken. Voor LP’s is het belangrijk om deze afspraken goed te begrijpen, omdat ze rechtstreeks het uiteindelijke netto rendement beïnvloeden.

 

Cycli en verwachtingen

Private equity fondsen hebben een duidelijke levenscyclus. Een begrip dat dit goed samenvat is het J-curve effect. In de eerste jaren van een fonds zijn de rendementen vaak negatief: er zijn kosten, kapitaaluitgaven en nog weinig verkopen. Pas later, wanneer bedrijven groeien en worden verkocht, buigt de curve opwaarts en verschijnen de positieve rendementen. Voor investeerders is dit belangrijk om te weten, zodat zij niet te vroeg oordelen over prestaties en hun liquiditeit goed plannen.

Om fondsen eerlijk te vergelijken wordt vaak gekeken naar het vintage year: het jaar waarin een fonds zijn eerste investering deed. Fondsen die in hetzelfde jaar zijn gestart, hebben immers ongeveer dezelfde economische omstandigheden meegemaakt. Zo kan men appels met appels vergelijken en beoordelen of een fonds beter of slechter presteert dan zijn jaargenoten.

 

Slotbeschouwing

Private equity biedt unieke kansen op waardecreatie, maar vraagt om kennis en geduld. Wie de begrippen kent – van LP en GP tot IRR, TVPI en J-curve – staat sterker in gesprekken met fondsbeheerders en kan rendementen beter inschatten.

Deze vijftien termen vormen de basis van de taal van private equity.